Schotland 2006
Do 29-6 tm za 8-7 – Kris / Hugo / Vincent
Dag 1 – Limburg – Noordzee
In het najaar van 2005 werd het idee geopperd om een rugzaktocht te gaan maken in Schotland of Wales. Afhankelijk van het weer zouden we gaan kiezen voor het een of andere, Uiteindelijk bleek reserveren voor de trein dat we toch eerder moesten gaan kiezen, dus het werd Schotland. Om geen gedoe te hebben met fietskoffers en dergelijke voor het vliegtuig besloten we met de boot en vervolgens met de trein naar Schotland te reizen. Met z’n drieën (Kris, Hugo en ik) gaan we uiteindelijk op pad. Startplaats wordt Pitlochry dat in het zuiden van de mid-Highlands ligt.
Donderdag 12.00u vertrekken we (Kris en ik) vanuit Nuth via Eindhoven, waar we Hugo oppikken, naar IJmuiden. Gelukkig wil Marije ons brengen, dus ik hoef de auto daar niet op een aftandse parkeerplaats te laten staan waarbij we ook nog eens wellicht een fikse rekening moeten betalen. Om 15.30 arriveren we in IJmuiden, ruim op tijd voor het inchecken voor de boot. We eten wat in het plaatselijke visrestaurant dat voor ons Limburgers al erg buitenlands aandoet. Kris wordt zelfs al in het Engels aangesproken. Hierna rijden we met ons voertuig (fietsen worden hetzelfde behandeld als auto’s op de boot) naar de check-in poortjes. Na een minuut of 15 wachten mogen we aan boord fietsen. De bikes staan gelukkig vrij ruim en we hebben gedacht aan een sjorband waarmee we de fietsen vastzetten. We hebben natuurlijk de goedkoopste hut geboekt en fantaseren er flink op los wat we dus gaan aantreffen ergens in de machinekamer ofzo tussen de ronkende motoren en de olie zwetende leidingen. Onze hut ligt net onder de waterlijn onder het autodek en boven de machinekamer, op zich niks op aan te merken, redelijke goede bedden, een eigen douche en toilet en meer ruimte dan ik had gedacht. Mooi zo! We dumpen onze rugzakken en verkennen het schip. Wat een doolhof! Overal gangen en trappen, je moet er niet aan denken dat zoiets kapzeist. Er zijn 3 dekken met restaurants, winkels, een casino, 2 bars en leuke relax vertrekken aanwezig! Echt een aparte manier van reizen, niet opgepropt in een vliegtuigje, nee lekker languit op een stoel op het dek met een drankje erbij kijken naar de zonsondergang in de Noordzee, echt relax! Als het donker wordt zie je pas hoeveel booreilanden er in de Noordzee staan, je kunt er zo een stuk of 10 zien liggen, een aantal passeren we op enkele kilometers afstand (moeilijk te schatten).
Dag 2 – Newcastle – Pitlochry
Na een redelijk goede nachtrust worden we om 7.30 gewekt door de speaker in onze hut: “Breakfast is being served on decks 7 and 9”, dit roept de kapitein met een Noors accent.. Zoals wij zuinige Hollanders, hebben we genoeg krentenbollen ingeslagen om deze morgen door te komen. Wanneer de speaker weer schalt, moeten we ons klaarmaken om benedendeks onze bikes op te zoeken. Valt uiteindelijk toch reuze mee zo’n 14 urige bootreis. Al snel rijden we de boot uit met onze bikes op weg naar het centrum van Newcastle. Dit is toch nog zo’n 9 km biken over een goed fietspad, alvast oefenen met links rijden! Oeps, dat waren we even vergeten, het betreft hier 9 miles. De eerste foutjes worden al snel gemaakt, maar we staan wel even te twijfelen als we een wielrenner tegenkomen die zelf rechts rijd en moet lachen als wij alle kanten op gaan om om hem heen te gaan. De treinreis is van te voren al door Hugo geboekt vanwege het beperkt aantal fietsplekken waar we tevens een ticket voor zouden moeten hebben. Hugo heeft gelukkig nog de reserveringsnummers kunnen regelen en een bevestiging per mail die we natuurlijk mee hebben. We kunnen pas om 15.00u de trein nemen. Nu is het 11.00 uur en moeten we dus zo’n 4 uur rondhangen in Newcastle alwaar we het enige terras in het centrum bezet houden. Hier kunnen we op ons gemak wat eten en mensen kijken. De treinreis loopt voorspoedig en om 18.30 arriveren we in Pitlochry. Kris had gehoord van een backpackers hotel dat in het centrum (voor zover Pitlochry een centrum heeft) ligt. We rijden er direct tegenaan. Het redelijk goedkope onderkomen (een soort studentenhuis voor backpackers) is goed genoeg. Op zoek naar een eet-adresje komen we al gauw uit bij een Italiaans restaurant. We zijn de enige bezoekers, maar na een half uurtje zit de zaak gelukkig al veel gevulder. Op aanraden van Kris nooit haggis bestellen!! Dit is de Schotse specialiteit: haggis is interne en externe organen brei van rund of schaap in een pakketje van darm of maag…In Nederland lijkt hoofdkaas hier nog het meest op…eet smakelijk! Ik bestel een veel te hete pizza, en hoop dat ik morgen geen straalaandrijving heb 😉 In het Backpackershotel pakken we deze avond de kaarten uit in de woonkamer en gaan we een route uitstippelen voor de volgende dag. Dit zal vanaf nu elke dag hetzelfde tafereel worden. Hugo heeft via zijn werk (de luchtmacht) kaarten weten te krijgen waar ook de “Obstruction en power lines” op staan, verder zijn de kaarten exact gelijk aan de kaarten die je in de winkel krijgt.
Dag 3 – Pitlochry – Braemar
Het backpackers ontbijt blijkt te bestaan uit scones, zie dit als een krentenbol met het gewicht van een heel brood. Dit vult dus goed. We checken de kaart nog even en de vele stippellijntjes (de single trails) doen ons vermoeden dat het gebied super moet zijn! Maar zoals je misschien wel weet is een stippellijntje op de kaart in werkelijk soms een zeer extreem pad (als het al een pad is). Het eerste stukje rijden we enkele kilometers over het asfalt naar Blair Athol. Bij een brug gaan we rechts een single trail voor auto’s in (Single Road?). Van hieruit volgen we een riviertje en het off-road gebeuren begint! Meteen zien we al staan “private road”, gelukkig betekent dit niet dat je er niet in mag. In Schotland is een wet aangenomen dat je overal in Schotland mag komen op wegen en paden, mits je je houd aan regels (ongeveer de imba regels), ook mag je vrij kamperen, verder geen gedoe met verbodsborden en wat ik in die week gezien hebt werkt het zeer goed, als men maar het gezonde verstand blijft gebruiken over waar je wel en niet moet gaan! De echte
niet-natuurliefhebbers komen toch niet zo ver in de highlands denk ik zo. We slaan al gauw een single trail in die al vrij heftig omhoog gaat, helaas is de pret weer gauw over en rijden we over een jeep-trail. In de verte horen we schoten en naarmate we verder biken komen ze dichterbij. Op de kaart staat inderdaad een “rifle-range” een oefen schietgebied. Volgens Hugo is dit lange-afstand oefen schieten. De schoten klinken zo dichtbij dat we elk moment de kogels voor onze wielen denken neer te zien komen. We rijden maar hard door. We steken de rivier over en zien de rode vlag al hangen, hier mag je absoluut niet verder, maar we moeten er toch in. Vlak voor de vlag klimmen we via een voetgangers oversteek over een omheining om een single trail op te kunnen pikken. Het verwachtte mooie landschap van de hooglanden zien we nog niet, het lijkt nu nog meer op de Ardennen.De single trail gaat door varens en over een zeer oud bruggetje, en van `t ene op het andere moment rijden we in een soort van weiland.
Later zal blijken dat het vanaf hier allemaal begonnen is, we wanen ons plotseling echt in de HIGHLANDS!!!!
Het ziet er precies uit zoals we verwachtten! Veel heide, gras, schapen en bergen! Dit is echt een schitterend landschap! Dan moeten we een van de vele beekjes over en wat ligt daar nu? Ik kijk nog eens…het is een schaap, alleen de ribben, wat wol en wat blubber is er van over! We blijven nu de Glen Tilt (Glen is een riviertje / beek) volgen. Zowel het pad als de omgeving worden stroomopwaarts steeds ruwer en ruiger. Hier doen we het voor! We komen kilometers lang niemand tegen tot we worden ingehaald door 2 local bikers, de een op een mother of all fullies een san andreas zonder spd en de ander op een stalen no nonsense bike. We overleggen onze route met ze en ze waarschuwen ons absoluut niet met regen de highlands in te gaan: “You will be eaten alive by the midges”, een circa 1,5mm klein bijtend vliegje dat in zwermen voor kan komen en voor veel overlast kan zorgen, nog dagen na de beet. De 2 schotten maken een dagtour en buigen even verderop rechtsaf terug naar Blair Athol. Wij vervolgen onze route verder de wildernis in. Het paadje wordt
erg smal en we moeten opnieuw leren biken met zulke zware rugzakken. Kris beland al scheldend en tierend geregeld naast het pad, maar al gauw gaat het beter. We steken geregeld de Glen Tilt over en als we het hoogste punt bereiken staan we op een soort hoogvlakte met kilometers uitzicht. Alleen maar gras, watertjes en heide! Supermooi!!! Geen enkel teken van beschaving te bekennen op de ruine van een huis na dan dat we even later passeren.Wel zien we af en toe interessante diersoorten. Zo horen we plotseling iemand boeren, nee, dit blijkt een hoen te zijn die sprekend lijkt op de vogel van de famous grouse whiskey. Het gaat lichtjes bergaf, dat fietst lekker! Bij een splitsing genaamd “White bridge”, de brug was helemaal niet wit!, moeten we beslissen of we een volgend dal nemen of verder afdalen richting het eerste dorpje. Gezien de tijd (16.00u) besluiten we het dorp op te gaan zoeken. Achteraf gezien een beslissing die van levensbelang was, maar goed, dat volgt later… We volgen een schotterpiste bergaf naar Braemar. Weer in de bewoonde wereld zien we een stok op de weg liggen, maar als deze zich van schrik terugtrekt, knijpen we in onze remmen..” EEN SLANG!” Het
slangetje, ca. 60cm lijkt op de adder zoals we ze in Limburg kennen en wil de weg over, weg van ons, …maar niet voordat we hem/haar op de foto hebben gezet. We laten het beestje een rustig plekje opzoeken en vervolgen onze weg. Aangekomen in Braemar bezoeken we de plaatselijk VVV om te informeren naar een onderkomen. Er blijkt een Duitse??? bruiloft in het dorp te zijn dus de onderkomens zijn schaars, maar toch vinden we er een bij een zeer vriendelijke schot Steven die een bus naast zijn huis aan het ombouwen is tot camper. Na acht jaar een B&B (bed and breakfast) gerund te hebben wil hij nu eens wat anders. Steven heeft nog een kamer voor ons en we trekken in. ’s Avonds gaan we op zoek naar eetgelegenheden maar deze zitten vol, dus we komen uit bij de plaatselijk snackbar waar het heel goed eten is. Alleen een eigenaardige manier van serveren. Er wordt hard over straat geroepen “Pizza”, of “Cod” (wat staat voor de kabeljauw in de fish & chips, je moet het maar weten), deze moet je dan snel gaan halen. Na het bestuderen van de plaatselijke fauna (vogels in de lucht wel te verstaan) halen we de kaarten weer tevoorschijn. Voor morgen hebben we 3 mogelijke single trails richting Aviemore. Volgens vele wandelboeken in het hotel moeten we door het dal dat “Lairig Ghru” genoemd wordt. Dit is de mooiste wandeltocht van Groot Brittanie. Ik vraag dit eens na aan onze gastheer Steven. Hij beaamt dit. Hij zegt er ook bij dat als we tegen anderen zeggen dat we de Lairig Ghru per bike gedaan hebben dit zeker wenkbrauwen zal doen fronsen… Aangezien “Discovery” op onze truitjes staat besluiten we de gok te wagen. Steven geeft gelukkig wel aan dat “for you guys, it’s ridable”. Wat een mafkees!.
Dag 4 – Braemar – Aviemore
Na een typisch stevig Engels ontbijt bestaande uit gebakken ei, witte bonen in tomatensaus, champignons, worstjes, gegrilde tomaat, bacon en toast,
nemen we afscheid van Steven en het Shiehallionhouse. “Gauw het asfalt af de paden in”. We komen al snel enkele wandelaars en bikers tegen, echter
verder het dal in waar de single trail begint zijn we helemaal alleen. Dit zal ook de komende uren zo blijven. Het pad stijgt licht en is supermooi met veel natuurlijke hindernisjes waar je al je techniek voor nodig hebt om heel op je bike boven te komen. Het weer is super, de zon brand flink. Het uitzicht is ook adembenemend. Alweer zitten we in de wildernis en er is geen teken van beschaving te bekennen. De trail strekt zich voor ons uit zover we kunnen kijken, we genieten met volle teugen. Dan wordt plotseling de stijging van het pad groter en moeten we van de bike af, “het is te heftig.” Als we naar links kijken, zien we een dal waar geen enkel paadje doorheen loopt, zo ongerept kan het dus nog zijn!!! Af en toe kunnen we weer fietsen maar vaak ook niet. We moeten steeds meer lopen, en herinneren ons Steven: “for you guys it is ridable” Na een uurtje bereiken we het
hoogste punt en staan we op rotsblokken (rumbling stones).
Het pad is nergens meer te zien! Verderop zien we steenhoopjes, dat zal dan wel een pad-markering zijn. Volgens de kaart zitten we goed, dus we huppen met bike en al van rotsblok naar rotsblok. Typisch Discovery, zo kom je nog
eens ergens. Nog een kleine top en we gaan afdalen, eindelijk weer op de bikes. Als we dit volgende hoogste punt bereiken zien we alleen maar
stenen! Dat wordt dus nog even lopen. Gelukkig kunnen we al snel weer stukjes rijden en komen we de eerste wandelaars weer tegen. Er volgt een
heftig stukje afdaling dat eindigt in een beek en aan de overkant kunnen we de single trail vervolgen. Het pad is weer rijdbaar, al is het technisch wel erg lastig: super tof dus! Even gaat het pad omhoog en vervolgens komt een supermooie afdaling, niet stijl, maar een zeer snelle en heel mooi geshapete singletrail met kleine drop-offs, stenen en wortels. Als een treintje denderen we het paadje af, en genieten volop van deze afdaling. Als drie smiley’s flowen we door het bos. Bijna onderaan beseffen we alle drie dat we deze afdaling te mooi vonden om te stoppen voor foto’s. Even terug voor een poserspot ter herinnering dus. Hugo: “Misschien wel het tofste paadje de afgelopen 12 jaar”. Hier eindigt de Lairig Ghru en we bevinden ons nu in een groot bos. We hoeven alleen nog af te dalen voordat we in Aviemore aankomen. We raken nog in gesprek met een meid in een rolstoel en haar ouders. Zij weten ons twee routes te vertellen, de een is 2 a 3km om rondom een meer en de ander is directer richting Aviemore. Ons wordt gevraagd of we Duitsers zijn. Huh? Nee, ” We are Dutch,” waarop de dochter diep aan het peinzen is en opeens met een Engels accent “smakelijk eten” zegt. Terwijl we aan het praten zijn voelen we de enige regendruppels die we deze vakantie zullen voelen. Welgeteld 5 en een halve drup. Genoeg om voor de directe route te kiezen. Als we in Aviemore aankomen is het ook hier vrij druk, dit keer vanwege een of ander Schots voetbalfeest. Er lopen ook genoeg Schotten met rokjes door de straten. Vlakbij het station waar een oude stoomtrein zijn stoom afblaast vinden we onderdak bij een zeer vriendelijk B&B hotel. Als we ’s avonds door het dorp wandelen om te eten worden we aangesproken door een aangeschoten Schot Perry genaamd. Hij is ook in Holland geweest zegt hij en kent alleen “de Wallen” en “skiphel airport”. Hij laat zijn benen zien, vol met bulten vanwege de midges. Bleek dat hij de dag ervoor in slaap was gevallen in het openbaar toilet en toen te grazen is genomen door de kleine “vriendjes” Volgens Perry had een midge hem al gepakt en heeft deze toen zijn familie uitgenodigd en geschreeuwd: “Overhere, here is Perry and he is delicious!”
Dag 5 – Aviemore – Fort William
Vannacht heeft het flink geregend. Op de kaart is het erg lastig vanuit Aviemore een mooie route te vinden richting loch-ness. Er zijn gewoonweg
geen paadjes of wegen naar het westen en dat zeker zo’n 80km lang! We besluiten vanwege het broeierig vochtige weer Èn omdat het volgens velen
in Fort William goed biken is, hier naartoe te rijden. 110 km over asfalt weliswaar, maar de hoteleigenaar geeft ons een tip om bij Laggan een
brug over te gaan zodat we door het bos achter een meer met een schitterend kasteel door rijden. Na enkele
uren rijden (gelukkig is het vrij vlak en loopt het goed) bereiken we dit punt. Er is een brug met een zeer schattig brugwachtershuisje. De zon
breekt inmiddels goed door en het mos naast het pad dampt goed, een apart gezicht in combinatie met de vele bloeiende rododendrons en de
zonnestralen door de dennenbomen. We komen langs het schitterende kasteel en als we even stoppen hebben de midges (midgets zijn dwergen 😉 )
ons al snel gevonden! Gauw door rijden dus. Vanwege de regen staan er veel plassen maar echt modderig is het niet. Na een uurtje bereiken we
het asfalt weer en doorkruisen we het plaatsje Laggan.
Opeens zien we een bordje: “Laggan Wolftrax mountainbike trails”. We slaan af en we komen bij de start van een aantal mountainbike trails. We besluiten de dag te breken en een van de trails te gaan rijden. We dumpen onze rugzakken in het bezoekerscentrum en nemen alleen het hoognodige mee. Vince is vandaag de rugzakgimp Er is een zwarte route waar drops van 2 meter en dergelijke in zitten. Deze lijkt ons toch iets te heftig vanwege de zeer aanbevolen body-protectie en downhill-bikes. We kiezen voor de rode route waar paden in voorkomen met namen als “the rib rattler”. Het pad is zeer goed onderhouden (iets te goed als je het mij vraagt) overal harde gravel op singletrails door het bos. Het eerste stuk is een schotterpad de berg op, vrij saai. Bovenaan splitsen de routes zich pas. Het pad blijft nu single trail en gaat over stukken slick-rock, stenen en zelfs een 240m stuk north-shore door het bos omlaag. Volgens de folder doe je over de rode route 1,5 tot 2 uur. Na 45 minuten staan we weer bij de start en we hebben echt de juiste route gereden! Bij de bikeshop wordt hoognodig een nieuwe broek gepast en gekocht door Kris. Hij was de afgelopen dagen met een enorme scheur in zijn broek aan het rondrijden en het was niet echt handig om dit nog langer te doen. Na even chillen pakken we onze rugzakken en gaan het asfalt weer op. Gelukkig dat we deze route nog even gereden hebben, was toch wel erg fun en interessant om gezien te hebben dat de Schotten op IMBA-wijze hun trails shapen!
Een paar uur later komen we aan in Fort William. Een wat grotere plaats dan we tot nu toe gezien hebben in de highlands. Bij de plaatselijk VVV informeren we naar onderkomens. We komen uit bij hotel “Waterfront, the underwater centre” dat zijn naam eer aan doet. Het ligt dan ook pal aan het water en er blijkt een duikschool gevestigd te zijn. Onze kamers hebben een super mooi uitzicht over het meer, dat in verbinding staat met de Atlantische oceaan. Het is een vrij modern groot hotel, de kamers zijn uitstekend. ’s Avonds gaan we het centrum verkennen en naar de plaatselijke pub waar ook een restaurant gevestigd is, naam vergeten,maar goed eten!
Dag 6 – Fort William
Eigenlijk had ik bij de naam “Fort William” een of ander groot kasteel in het centrum verwacht, maar dat is helaas nergens te bekennen. Er is wel een ruine met wat fundamenten maar meer ook niet. Vandaag is rustdag, we zetten de wekker niet en gaan rustig ontbijten. Tijdens het ontbijt volgen we de instructies van een klas “duikhelm duiken” dat gegeven wordt aan een groep studenten, vermoedelijk waaghalzen die in de offshore gaan onderwaterlassen. Na onze bikes geprepareerd te hebben besluiten we de pistes van Fort William te gaan ontdekken, een paar km buiten het dorp zijn
de trails gelegen in de Nevis Range onder de schaduw van Schotlands hoogste berg Ben Nevis. Vandaag is Kris de sjaak en mag zijn rugzak mee nemen. 27 en 28 mei is er een wereldbeker wedstrijd geweest, het parcours is nog uitgepijld. De routes beginnen bij de skilift die naar de top van de “Ben Nevis” gaat. Met de skilift kun je ook naar de start van de vaste downhill piste. Deze gaan we maar niet doen zonder de juiste bikes en equipment. Al snel zitten we op het parcours dat flink klimt over single trails die wederom duidelijk aangelegd zijn. Dan volgt een saai stuk over schotter omhoog, maar dan slaan we een single trail in die meer op een downhill piste lijkt! Supergave technische downhills, Hugo en Kris schijnen hier minder moeite mee te hebben dan ik, want ze doen dit vaker in parken. Verder naar beneden zijn north-shore trails aangelegd en moet je een stuk over een oude muur rijden, hele mooie routes hier, maar je hebt ze ook allemaal binnen een dag gereden, overigens geen wonder als je alles perfect aanlegt. In de middag strijken we neer op het terras bij de skilift. De derailleur-pat en derailleur van Hugo is scheef en deze word ter plekke vervangen. Gelukkig heeft de lokale hippie nog ÈÈn derailleur op voorraad. Hierna rijden we nog wat mooie trails en gaan weer richting hotel. ’s Avonds is de WK wedstrijd Duitsland-Italie. Voetballiefhebbers als wij zijn bekijken we (toevallig) het einde van de wedstrijd in een nabijgelegen hotel met pub onder het genot van een pint en een sprite. Hier zit ook een Italiaan die vol overgave de wedstrijd volgt. Meelevend als we zijn, kiezen we natuurlijk ook partij voor de Italianen, gelukkig winnen ze.
Dag 7 – Fort William – Kinnloch
Vandaag na de rustdag hebben we een heftige route gepland (in ieder geval, dat bleek achteraf). We hadden bedacht een deel van de west-highland way, de meest bekende hiker trail van Schotland Die van noord naar zuid schotland loopt, te volgen, totdat deze zuidwaarts afslaat en wij toch meer naar het oosten moeten. Zo bedacht zo gedaan, vanuit Fort William gaat het direct al flink omhoog, eerst over asfalt en schotter, maar uiteindelijk over een single trail die veel te steil is om te rijden. Na een paar mooie dames de weg te hebben gewezen en Kris overgehaald te hebben niet de andere kant op te fietsen ( ;-p ) gaan we verder, de temperatuur is haast tropisch (zo voelt het tenminste). Er komen twee trimmers ons tegemoet met een flesje water in de hand. We groeten elkaar vriendelijk en de laatste hoor ik nog net “Good Luck” zeggen, …waarom? Zou ons nog iets te wachten staan? Interessanter voor ons was waar zij vandaan kwamen. Volgens de kaart ligt er echt nergens in de buurt een dorp of uberhaupt asfalt!
De west highland way is goed uitgepijld! De route glooit door bossen en velden over kammen van bergen over vrij smalle paden, dit is echt een supermooie route! Misschien ooit eens de hele route volgen??? Na het smalle pad komen we in een dal over een pad dat volgens de kaart een oude
militaire weg is, hier zijn al wat meer wandelaars, maar het gebied is ook hier weer supermooi. Aan het einde van het dal moeten we een singletrail downhill volgen die eindigt in een dorpje genaamd Kinlochleven. Wat een super afdaling! Doet ons aan Italie denken, of zou dat door de temperatuur komen? We tanken flink bij in de plaatselijke supermarkt. Volgende keer toch maar checken of de sportdrank camelbak proof is en niet carbonated.Nu volgt een fikse beklimming over schotter en uiteindelijk single trail naar een pas die de “Devil’s staircase” genoemd wordt. In een klein stukje afdaling rijd Kris zijn buitenband kapot en de echte beklimming moet nog komen. De meegenomen ducktape blijkt een goed lapmiddel om de band weer dicht te krijgen en we kunnen na een tijdje weer verder. Dan opeens horen we een straaljager komen, vlak over de berg, dan weer omlaag. Een flinke bocht, we kunnen de piloot haast zien zwaaien en in een paar tellen zit hij alweer in het volgende dal, super om te zien en vast ook om te mogen doen in zo’n kist. Hugo en ik discussieren over welk vliegtuig het nu was, thuis zal blijken dat we er allemaal naast zaten en het een US F15 moet zijn geweest. Op de pas komen we een 60+ schot tegen die ons voor gek verklaart dat we de Devil’s Staircase met de fiets gaan afrijden, onmogelijk volgens hem: “no way, you’re foolish, you cannot do that trail by bike!!”. We verwachten dan ook een mega-moeilijke afdaling, maar het blijkt mee te vallen. Het is zelfs een heel mooi paadje dat overal goed te rijden is. Halverwege slaat de devil toe, mijn ketting zit klem en is scheef. Na het verwijderen van een schakel loopt de boel weer. Enkele meters verder slaat de devil alweer toe! Nu is het Hugo met een lekke band! Op de kaart zien we “Kings house hotel” staan, misschien een leuke plek om te overnachten. De omgeving is in ieder geval weer prachtig. Een breed dal omgeven door grijze bergen. Helaas blijkt het hotel volgeboekt te zijn, dus we moeten nu wel verder. Onze enige optie is om een single trail naar Rannoch station te volgen. Het pad is een jeep-trail dat door een soort weide loopt. De schotse hooglanders staren ons na. Bij een boerderijtje rijd ik weer lek en komen we wandelaars tegen. Ze vertellen dat ze vertrokken zijn uit Kinloch 5 uur geleden! Het is nu 17.00, en we hopen het fietsend toch sneller te kunnen. Kris wordt weer belaagd en smeert wat 50% DEET op zich wat een goed middel tegen alle steekbeesten blijkt te zijn, onmisbaar dus. Nog 20 geschatte km’s en we zijn er. MaarÖhet paadje dat we proberen te volgen blijkt in feite niet te bestaan. De single trail is met zeer veel moeite te volgen. We fietsen door gras, met daaronder veen en hele diepe modder. Als je niet oppast zak
je snel weg. Het is af en toe lopen en weer fietsen. Gelukkig staat er een telefoonlijn die we maar hoeven te volgen, er loopt een paadje onderdoor. Geen hoogtemeters, geen wortels of stenen en toch super zwaar. Kris en Hugo zitten er helemaal doorheen en hebben geen zin meer om het biken te proberen, maar ik voel me nog goed. Ik probeer veel te fietsen, wat toch best goed gaat. De omgeving is weer prachtig; rechts van ons een meer met wat eilandjes en een glooiend gras/veen gebied, in de verte heel veel bergen. En meest opvallend is dat behalve die ene telefoonkabel waar we onderdoor rijden er tientallen kilometers in de omtrek geen beschaving lijkt te zijn! De zon staat al wat lager maar de temperatuur is perfect. Als het hier toch slecht weer zou zijn, je moet er niet aan denken. 3 uur later, alle drinkzakken geruime tijd leeg, hebben we de singletrail achter ons (voor de kenners, dit was “Rannoch Moor”). Het pad eindigt bij Rannoch station, een trein station, werkelijk in de middle of knowhere! Er is 1 station, 1 hotel (| “gesloten wegens onderhoud” staat er op de deur), 1 woonhuis en een smal asfalt weggetje dat hier begint. Verder niets! Helaas voor ons moeten we toch nog verder om een hotel te vinden. In het volgende gehucht “Bridge of Gaur” is helaas geen onderkomen. Een aardige meneer weet ons te vertellen dat 5 mijl verderop langs het meer het dichtstbijzijnde onderkomen is. Het is een “German
guesthous”, “but not very cheap!” zegt hij nadat naar onze nationaliteit gevraagd is. We besluiten er een kijkje te gaan nemen. Het is een soort kasteel/herenhuis waar we terecht kunnen. De prijs is wel hoog 35 pond p/p, maar na 12 uur op de fiets interesseert ons dat niet echt meer. De kamer is heel groot, een heel groot gietijzeren bed en middeleeuwse inrichting inclusief spiegel van doornroosjes. Volgens mij heeft dit guesthouse maar 2 of 3 kamers, want andere gasten zien we niet en we zouden de laatste kamer hebben. Het is inmiddels 21.00u als we na een verkwikkende douche beneden komen om te eten. We worden in een zeer sjieke kamer gezet, een ronde glimmende tafel met daarboven een glazen kroonluchter. In het midden staat een klassieke bank met daar tegenover een piano. Daar zitten we dan in ons kloffie in dit sjieke ding! We hebben uitzicht op het meer en “sie germanz” zijn vriendelijk. Het eten is perfect, eten wat de pot schaft is het, maar de pot is zeer goed. We eten alles als uitgehongerde haviken tot de laatste vezel leeg. Moe en voldaan gaan we naar bed. ’s Morgens weer een Engels ontbijt en zien we de andere gasten in de ontbijtkamer. Zo te horen een stel Duitse vrouwen en nog 2 Duitse motorrijders.
Dag 8 – Kinnloch – Pittlochry
Over de weg is deze etappe amper 40 km, daarom kunnen we vandaag weer wat extreem terrein nemen. Dat blijkt best lastig want er zijn niet veel paden die oostwaarts lopen op de kaart. Het eerste stuk moeten we dan ook over asfalt, van waaruit we een singletrail kunnen oppakken. We zien de singletrail wel lopen in de berghelling, maar de start kunnen we niet vinden! We rijden door naar het volgende punt, hier moeten we door een
weiland naar een punt waar het pad ophoud. Echter volgens de kaart zou 100m verder het pad weer verder moeten gaan. Gezien de situatie besluiten we toch maar om te rijden en een andere kant op te gaan voor optie drie. Een vrij lange beklimming over een brede onverharde bosweg volgt. De komende
uren brengen we door in dit bos, dat veel weg heeft van de Ardennen. Glooiend en veel dennenbomen. Op het hoogste punt komen we bij de “Stone circle” een overblijfsel uit de oudheid. We lopen erheen, …het blijken 4 stenen te zijn, meer een vierkant dan een cirkel als je het mij vraagt. Kort nadat we weer op de fiets zitten vliegt er weer een straaljager vlak over de bomen. Gelukkig vinden we dat tof anders hadden we hier in deze rustige omgeving toch een probleem. Na een korte afdaling komen we bij een boerderijtje waar we natuurlijk weer door en over enkele omheiningen moeten. Er volgt weer een mooie beklimming door het gras. Gras zullen we nog wel even zien. De single trail op de kaart zien we niet echt. Wel kunnen we aan de hand van de hoogtelijnen en de bosjes op de kaart ongeveer zien waar die moet lopen. We volgen dan ook op zicht de route, `t lijkt wel een kaartleesoefening. Tussen de schapen door weides vol met bloemetjes rijden we richting die bosjes. Af en toe weer door een poortje in een omheining tot we uiteindelijk eindigen in de achtertuin van een boerderijtje. Gelukkig is de boer niet thuis en is er weer een rijdbare trail. Op de kaart zien we weer een single trail maar ook deze schijnt weer te eindigen tegen een weiland. We ontdekken zelfs (in een tuin?) een soort Northshore piste, duidelijk bedoelt voor mtb-ers, aan het einde van deze tuin staat wel een huis, enkele honderden meters verder. We besluiten deze piste maar niet te rijden, want die zal wel eindigen bij dat huis. We vinden het pad terug, maar deze blijkt nauwelijks te rijden. De afdaling gelukkig wel, enkel trapjes af en oei…Kris blijft met zijn voorwiel in een geniepig kuiltje voor een trede hangen en stapt weliswaar van en over zijn fiets, maar toch zijn de eerste wonden een feit. Grrr..net op de laatste dag!! Na enkele minuten zijn we beneden. Alle drie onder de schapenstront staan we nu weer in Blair Athol, waar we op dag 1 off-road gingen. Van hieruit is het nog enkele kilometers afdalen naar
Pitlochry waarbij het backpackers hotel de kamer reeds geboekt is. Moe maar zeer voldaan rijden we Pitlochry binnen. De geur op onze kamer is niet te beschrijven! Ook al hebben we elke dag de kleren op de hand gewassen, echt fris ruiken ze niet meer. We duiken de supermarkt in en gaan in het parkje op een bankje zitten. Daar zien we iemand op een fiets het parkje binnenrijden die nogal slingert. Met moeite weet hij de bloemen te ontwijken en hij gaat neer op het gras. Hij probeert op te staan maar kan amper op zijn benen staan, dit gaat even zo door. Hij probeert te bellen, maar kan de knopjes niet bedienen. Hij komt naar ons toe en vraagt of wij dat even kunnen doen, gelukkig lukt het hem zelf al. Hij vertelt ons dat “Not all scottish are like this, I’am a very bad example!” en geeft toe inderdaad te diep in het glaasje gekeken te hebben, omdat zijn pa net is overleden. Slingerend verlaat hij het parkje. Het was een wonder dat hij zonder brokken eruit reed!
Dag 9 – De terugtocht, Pitlochry – nederland
Om 8.14 vertrekt de trein voor Kris en mij. Om 9.24 voor Hugo. Helaas konden we niet samen omdat dit niet ging in verband met de reservering voor
de bikes. Hugo kan meteen doorrijden naar Newcastle (een dikke 3 uur), maar Kris en ik moeten overstappen in Edinburgh. Na een zeer voorspoedige reis ontmoeten we elkaar weer op het station van Newcastle. Nog even naar het terras waar we de eerste dag ook zaten en we kunnen al snel terug fietsen over het fietspad naar de boot. Ook hier hoeven we gelukkig niet lang te wachten voordat we aan boord kunnen. Het is een ander boot dan de heenreis. Hier zit zelfs een zwembad in, vlakbij onze hut! Helaas is het wel een stuk drukker aan boord inclusief aangeschoten Duitse pubers. Als we na onze verkenningstocht bij ons hut komen gaat er een alarm af en sluiten de automatisch deuren zich en zitten we in een waterdicht compartiment van het schip. Geen paniek gelukkig want we kunnen nog altijd met de trap omhoog naar het dek. Met Leonardo di Caprio in ons achterhoofdgaan we dan ook naar onze hut, gelukkig is er niks aan de hand en gaan de deuren even later weer open. Moe en hongerig gaan we naar het restaurant dat we uiteraard niet geboekt hebben. Gelukkig valt de prijs en vooral de bediening erg mee en zijn de porties goed.
Dan gaan we naar onze hut en dromen over een onbewoond eiland met…(vraag Kris).
Dag 10 – Nederland
’s Morgens rond 8.00 schuiven we aan bij het ontbijtbuffet in het restaurant op de boot. En wie zien we daar alweer? Dromen we? Nee…we zijn gewoon kapot!
We eten van alles: van Hollands tot Engels ontbijt. Na een uurtje meren we weer aan in IJmuiden. Marije heeft de gunstigste route voor ons doorgebeld. We fietsen naar Haarlem..als we op zoek zijn naar de juiste weg, komt er al snel een man naar ons toe om ons de weg te wijzen (wow dit is Nederland, ze zijn hier net zo vriendelijk als in Schotland) Na een kilometer of 10 arriveren we bij het station. Hier kunnen we de directe intercity naar Heerlen nemen. De trein staat al klaar en na enkele minuten vertrekken we al. Zeer moe maar zeker met heel veel gedachtes naar deze super mooie reis vallen we half in slaap.
Achteraf gezien hebben we ontzettend veel geluk gehad met het weer, dat alles behalve Schots was. Iedereen in schotland waarschuwde ons voor de midges, deze blijken bij regen tevoorschijn te komen. Deze kleine 1 mm grote vliegjes bijten je en je krijgt er een soort muggenbulten van. We hebben er een paar mogen meemaken, maar gelukkig hebben we er niet echt last van gehad. De meeste dalen bestaan uit veen/gras/heide en veel schapen waar je volgens mij echt niet moet komen als het heel nat is. Dan kom je er echt niet vooruit. Hoger gelegen gebieden hebben een rotsige ondergrond en doen denken aan de Alpen. Er zijn ook gebieden waar veel dennenbos is en geen veengrond, hier heb je dan ook geen last van midges maar van strontvliegen. Deze doen niks, maar zijn gewoon irritant. De paden lopen zelden over de toppen.
In schotland zijn ze zeer spaarzaam met wegwijzers, op de paden zul je ze zelden tegenkomen.. Goede kaarten zijn dan ook van levensbelang. Zoals we gemerkt hebben kun je makkelijk de hele dag nodig hebben om van bewoonde wereld naar bewoonde wereld te komen. Daartussen is er werkelijk niks. Dit is schitterend, maar hiermee moet je dus ook rekening houden met je watervoorraad. Gezien het feit dat er af en toe een dood schaap in een beek ligt zou ik niet aanraden deze te gebruiken om je camelbak mee te vullen. Gelukkig hebben we (bijna) alles goed weten in te schatten en hebben we een super 6 daagse door de Highlands gehad! Nu 2 weken later zouden we alle drie eigenlijk zo terug willen!
Vincent